Medicatie, therapie, of beide?
Als je je al een langere periode somber of lusteloos voelt, en je herkent enkele of meerdere van de genoemde symptomen hierboven, is het verstandig om naar je huisarts of een psycholoog (meestal kan dit alleen met een doorverwijzing) te gaan. Hieronder staat beschreven welke behandel methoden het meest gebruikt worden bij een depressie:
Therapiesoorten die effectief blijken te geven bij een depressie zijn:
- Praten met een hulpverlener
- Psychotherapie
- Sin Jans kruiden
- Medicatie (Antidepressiva) (Atypisch, MAO-remmers, SNRI's en SRRI's en Tricyclische antidepressiva)
- Combinatie van bovenstaande opties.
Antidepressiva
Antidepressiva zijn medicijnen die vaak worden voorgeschreven bij depressie. Ook worden ze vaak gebruikt bij mensen die lijden aan een angststoornis De medicatie helpt bij het onderdrukken of voorkomen van een depressie of de bijhorende angst. Zeker 70% van de mensen in Nederland heeft baat bij antidepressiva bij een depressie.
Er zijn verschillende soorten type en merken antidepressiva, je arts of psycholoog monitort nauwkeurig mee welke medicatie het beste bij jou zal kunnen aanslaan. Dat is namelijk bij ieder individueel geval verschillend. Het kan voorkomen dat een medicatie helemaal niet aanslaat of dat je teveel bijwerkingen ervaart. Hierin overleg je samen met je arts om een ander middel.
Tekort aan signaalstoffen
Hersenen maken onder andere gebruik van neurotransmitters, dit stofje in je hersens, zorgt voor het overbrengen van boodschappen. Drie van deze neurotransmitters (serotonine,noradrenaline en dopamine) hebben invloed op de stemming: als er veel serotonine en noradrenaline tussen de hersencellen aanwezig en actief is, voelen we ons blijer en vrolijker, als ze te snel worden opgenomen door de cellen, heb je dus een (chronisch) tekort aan deze twee stoffen.
Werking Antidepressva
De werking van antidepressiva is gericht op het actief houden van deze twee neurotransmitters (stofjes) en ervoor te zorgen dat ze na afgifte niet te snel weer worden opgenomen. Zo kunnen ze hun werk beter doen. De moderne antidepressiva kunnen worden ingedeeld in twee groepen, (SSRI) en SNRI's). Hieronder staan enkele veelgebruikte merken, als je op de link klikt, kun je meer lezen over de werking hiervan.
Selectieve Serotonine Heropnameremmers (SSRi's) Enkele bekende merken zijn:
- Citalopram (Cipramil)
- Escitalopram (Lexapro)
- Fluoxetine (Prozac)
- Fluvoxamine (Fevarin)
- Paroxetine (Seroxat)
- Sertraline (Zoloft)
Serotonine Noradrenaline Heropnameremmers (SNRi's).
Oudere antidepressiva worden ook wel Tricyclische antidepressiva genoemd. Deze worden echter niet of nauwelijks meer voorgeschreven.
De werking van een antidepressivum is meestal na 2 tot 4 weken merkbaar. Als er voor jou gevoel niks gebeurt na deze periode, overleg dan met je arts. Uiteraard slaan elk medicijn per persoon anders aan. Uit eigen ervaring weet ik dat het soms langer kan duren dan een 4 weken voordat het medicijn helemaal correct werkt.
Bioritme van de mens
Bij mensen met een depressie zijn vaak de biologische ritmen verstoord. Een aantal van deze verstoringen merk je zelf niet op als je depressief bent. Voorbeelden hiervan zijn verstoringen in de lichaamstemperatuur en de hoeveelheid van het hormoon cortisol (stresshormoon) in het bloed. Er zijn echter ook afwijkingen van het biologische ritme die je zelf wel opmerkt. Bijvoorbeeld een verstoord slaap-waak ritme. Dit wordt vaak als heel vervelend ervaren. Bijvoorbeeld als je moeite hebt met in slaap vallen op het moment dat je naar bed gaat of als je telkens ’s ochtends heel vroeg wakker wordt. Dit is een van de symptomen van een depressie. Een ander voorbeeld is een gebrek aan alertheid gedurende de dag. Dit wordt vaak ook door een gebrek aan slaap of door vermoeidheid veroorzaakt.
De symptomen van een depressie treden ook vaak in regelmatige patronen op. ’s Ochtends zijn de symptomen meestal het ergst. Dit heeft ertoe geleid dat onderzoek wordt gedaan naar de rol van de verstoorde biologische klok bij de behandeling van depressies. Herstel van het normale biologische ritme blijkt nu te helpen bij depressieve patiënten en er is nu een eerste medicijn ontwikkeld op basis van dit principe: agomelatine.
Er kunnen verschillende bijwerkingen optreden bij het gebruik van antidepressiva. Meestal treden deze alleen gedurende de eerste 2 tot 4 weken van het gebruik op. Voorbeelden van mogelijke bijwerkingen zijn zijn sufheid, slaperigheid, droge mond, verstopping, overmatig transpireren, wazig zien, moeilijk plassen, misselijkheid, hartkloppingen, verminderde zin in seks, onrust in de benen, hoofdpijn, beven en tijdelijk ontstaan of verergeren van angst en/of onrust.
De bijwerkingen zijn vaak al meteen merkbaar, terwijl de genezende werking meestal pas na 2 tot 4 weken merkbaar is. Daarom wordt gedurende die eerste periode tot het antidepressivum gaat werken, vaak een slaap- of kalmeringsmiddel voorgeschreven.
De bijwerkingen kunnen overigens per geneesmiddel behoorlijk verschillen. Uw arts kan daar meer over vertellen. Ook de snelheid waarmee het geneesmiddel gaat werken verschilt per medicijn.
Note: niet iedereen krijgt deze bijwerkingen, dit verschilt uiteraard van persoon tot persoon!
Duur slikken van medicatie
Antidepressiva kunnen jarenlang geslikt worden. Hoe lang een individuele patiënt een antidepressivum precies moet slikken, hangt af van een aantal factoren. Bijvoorbeeld de ernst en de duur van de depressie en van het aantal depressies in het verleden. Ook erfelijke aanleg en het blijven voortbestaan van belastende omgevings- of psychologische factoren spelen hierbij een rol. Antidepressiva zijn niet verslavend. Om te voorkomen dat een depressie terugkeert, wordt het meestal geadviseerd om na het verdwijnen van de depressie nog minstens 6 maanden het antidepressivum door te slikken. Daardoor wordt de depressie gedurende die tijd nog onderdrukt. Het antidepressivum gaat dan van een onderdrukkende rol naar een voorkómende rol.
Het stoppen met gebruik moet altijd overlegd worden met de behandelend arts. Na plotseling stoppen kunnen er verschillende ontwenningsverschijnselen optreden, zoals buikpijn, slapeloosheid, diarree, misselijkheid, spierpijn en bijvoorbeeld gevoelens van onrust. Bij geleidelijk afbouwen heeft de patiënt meestal geen last van bijwerkingen. Treden er wel bijwerkingen op, dan veroorzaken deze gelukkig vrijwel nooit blijvende schade en gaan ze na enkele dagen tot weken vanzelf weer over.
Sint-Janskruid (alternatief)
Sint-Janskruid is een vaste plant die haar oorsprong vind in Europa. Deze plant wordt nogal eens gebruikt bij een lichte tot milde depressie. Hoewel er wel studie is gedaan naar mensen met een zware depressie en Sint-janskruid is hier geen wetenschappelijk bewijs voor.
De samenstelling van de verschillende Sint-Janskruid preparaten varieert sterk. Sommige bevatten alleen hypericine, maar blijken toch werkzaam.[1] Sint-Janskruid remt, net als de conventionele antidepressiva, de neuronale heropname vanserotonine, noradrenaline en dopamine. Tevens remt het de heropname van GABA en L-glutamaat.[2] Ongeveer 20% van de hypericine wordt geabsorbeerd en komt na 1 à 2 uur in de bloedstroom. Hypericine heeft een relatief lange halfwaardetijd en blijft meer dan 24 uur in de bloedstroom. (bron wikipedia)
Bijwerkingen Sint-Janskruid
Sint-Janskruid-preparaten worden over het algemeen goed verdragen.
Mogelijke bijwerkingen:
- maag-darmklachten
- Huidveranderingen (onder andere verkleuring)
- Moeheid
- Rusteloosheid
- Duizeligheid
- Hoofdpijn
- Slapeloosheid
- Droge mond
Sint-janskruid kan ook worden gebruikt bij slapeloosheid en stress. het is een goed alternatief voor mensen die lichte tot milde klachten ondervinden